Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide: Mijn [12]broeders! doet toch geen kwaad! 12. Aldus sprak Lot die boze mensen beleefdelijk aan, noemende hen broeders ten aanzien van de algemene broederschap der natuur; verg. boven hfdst.9 vs.5; onder hfdst.29 vs.4; Lev.19:17.